Zomaar een zonnige donderdagmiddag in juni. Ik zit in de trein. Op weg naar een netwerkbijeenkomst in het oosten van het land. Het is nog rustig in de trein. Een paar mensen zitten te lezen, in zo’n gratis Metro krantje of in een écht boek. Het merendeel van de mensen zit echter met de ogen gefocust op de telefoon in de hand. Vooral WhatsApp aan de groene kleur te zien. De trein zoeft door Nederland en de enige aandacht is gericht op het scherm. Het a-sociale sociale gedrag van tegenwoordig. Het hoort erbij. Ik maak me er niet druk om en kies voor mezelf wat ik wel en niet doe. Net als al die andere mensen. Ik weet dat wanneer ik ’s avonds nog lang op mijn laptop heb gewerkt, ik meer moeite heb om in slaap te komen. Ook wanneer ik in bed nog even wat door mijn Facebook-leven scroll op mijn iPhone, is het lastig om mijn ogen aan het donker van mijn eigen oogleden te laten wennen. Ik weet dat ik in de trein of tram ook de neiging heb om mijn telefoon te pakken, vooral omdat ik bang ben om me te vervelen. Inmiddels heb ik mijn gedrag aangepast en laat ik die telefoon lekker in mijn tas zitten. Ik kijk om mij heen, zowel binnen het voertuig als daarbuiten. Net zoals wanneer je achter het stuur in je auto zit, dan móet je wel om je heen kijken. Je ziet zoveel dingen, bijzondere dingen die je anders keihard mist. Of je ze daadwerkelijk mist is natuurlijk terzijde.
Ik mijmer nog even verder over de trein. En vooral over de mensen die de treinen in Nederland bevolken. Alleen een dagje treinen is al goed voor je mensenkennis en het opbouwen van je referentiekader. Wat een variëteit aan types komt er voorbij. De vorige keer dat ik aan het treinen was, heb ik een oudere man met een chihuahua gezien. Dat hele ienemienie kleine hondje hield hij in z’n armen. En wat bleek, een uur later kwam er een tweede oudere heer met chihuahua voorbij lopen! Nee, het was echt niet dezelfde man en ook niet dezelfde chihuahua. Toeval bestaat niet. Wat was het ook weer? 2x is toeval en 3x is een patroon. Of zoiets?
Een leuke oefening voor in de trein. Luister het gesprek af van de personen voor je, naast je of achter je. Wat zegt je dat over de personen die praten? Wat kun je je voor beeld schetsen van hun leven en het onderwerp waarover ze praten? Bedenk dat je hierbij veel aannames en vooronderstellingen doet. In deze oefening mag dat. Pak nu een ander gesprek dat je op kan vangen. Maak ook hier een beeld voor jezelf van. Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? Kijk tot slot naar jezelf. Hoe zou een gesprek van jou op een ander overkomen? Wat voor beeld en indrukken krijgen anderen van jou op basis van een treingesprek? En in hoeverre komt dat overeen met jouw eigen beeld? Interessante gedachte he?
Met de trein reizen, het blijft een activiteit waar ik een haat-liefde verhouding mee heb. Wanneer het rustig is, voel ik veel ruimte in mijn hoofd en ervaar ik alle tijd om te doen wat ik wil doen. Mijmerend uit het raam turen, eindelijk dat boek eens verder lezen, een blogje schrijven, eigenlijk alles waarmee ik in mijn eigen flow kom. Wanneer het spitsuur is en je amper een zitplaats kan vinden, voel ik me opgejaagd en kan ik de neiging om mijn mobieltje te pakken – want lekker klein en een snelle makkelijke afleiding – moeilijker weerstaan. Waarschijnlijk ook omdat ik iedereen om mij heen dat zie doen. Ik ga ook die momenten anders aanpakken: een e-book op m’n iPhone zal de eerste stap zijn. En jij? Wat wordt jouw eerste stap om inspirerender te treinen?