‘Nu ik bijna dood ga, zijn er ineens zoveel dingen niet meer belangrijk.’ Zomaar een stukje tekst dat ik op Facebook voorbij zie komen. Een lieve vriendin en geweldig mooi mens is bezig met haar laatste periode van genieten van dit leven. Let wel, het gaat om het leven en het genieten daarvan, en niet om de dood. Het maakt me weer even bewust van onze vergankelijkheid en vooral van de belangrijkheid om in het hier en nu te leven en daarvan te genieten.
De afgelopen jaren heb ik de dood op verschillende manieren van dichtbij meegemaakt en die ervaringen hebben me elke keer weer doen beseffen dat ik vooral in het hier en nu wil leven. Genieten van de mooie momenten, van de zon die schijnt, van die bloemetjes die in de lente hun kopje uit de grond steken, van die herfststorm die je bijna van je sokken blaast, van die lach van dat kleine kindje op straat, van wat eigenlijk niet? De gejaagdheid van het dagelijkse leven maakt dat je deze kleine genietmomenten vaak niet ziet en aan je voorbij laat gaan. Hoe zonde is dat?
Maakt het aangezicht van de dood het mogelijk om nog meer te kunnen genieten van het leven? Of is het dat je er op dat moment meer mee bezig bent? Ik weet het niet. Ik weet wel dat het relativeren zoals die lieve vriendin vertelt kan kloppen. Ineens zijn er zoveel dingen niet meer belangrijk. En zijn dingen die vanzelfsprekend leken, opeens belangrijk om te benoemen, zoals ‘ik hou van jou’. Heel puur, heel zinvol.
Zinvol leven, dat is wat ik nastreef. En genieten is daar voor mij een wezenlijk onderdeel van. Met daarbij de puurheid van het houden van de mensen die belangrijk voor mij zijn. En zeker ook het genieten van die kleine dingen die het leven mooi maken. Zodat wanneer ik bijna dood ga, ik niet vergeten ben om te leven!